

Zoete, warme herinneringen. Door de poederige beelden met een doffe, oranje waas zijn ze niet mislukt, maar meer een aangename verrassing. Natuurlijk was dit niet de bedoeling, maar ik blijf er maar naar kijken. Een kop koffie, bloemen uit de tuin op vaas in avondlicht, vingerhoedskruid bij de tuinkamer, in die kamer de gastvrijheid in een mandje en op een tafeltje en nog een kop koffie – helaas is dat kopje ondertussen gesneuveld.
Ik weet wat ik anders moet doen, en dat is het rolletje er goed uit halen. Plus dat ik deze camera voor het eerst gebruikte. Het is al een opluchting dat hij het doet.
Analoog fotograferen is definitief en beperkt. En daarom houd ik er van. In tegenstelling tot het definitieve en beperkte in het leven, lijkt wel. Ik wil me in deze plaatjes verstoppen, nog even ontkennen dat dit de laatste dag is van onze gezinsvakantie. Morgen gaat de wekker van de man weer. Is dat ook niet te bedekken met een laagje poederige zachtheid?
Ik laat me wegzakken in het beeld uit De Oude Pastorie Macharen en herinner me het gekraak van de vloer nog. De stilte, het aangename alleen zijn, een bed voor mezelf, de hoofdpijn van die avond -ja, dat ook- de stadjes en wandelingen. Ik blader terug naar de aantekeningen die ik destijds maakte. Vreemd hoe de woorden van een half jaar geleden nu in een ander licht staan, simpelweg door het verstrijken van de tijd en de vele gebeurtenissen van afgelopen maanden. Het beeld heeft gevangen wat ik die twee dagen zocht. Ik herinner me wat ik die morgen las, ontdekte. “Komt gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een weinig…” Markus 6:30 Het doet me nog steeds veel, deze tekst.
Het stof van de vakantie daalt neer, als poeder. De wind blaast, de bloemen van de dahlia’s wachten wiegend. De was wacht ook. Het huis wacht op mijn handen, de peuter wacht op een schone broek. Ik klop het zand van het strand van mijn voeten en steek mijn handen uit de mouwen. Genoeg rust.
Wat fijn dit, Mirjam ❤